• darkblurbg

Onafhankelijk pensioenadvies- en bemiddeling voor werkgevers. Uw aanspreekpunt voor het bedrijfspensioen.

De meeste werkgevers vallen onder een door de wet verplicht gesteld bedrijfstakpensioenfonds. In dat geval heeft u geen keuzevrijheid waar en op welke manier de verplichte pensioenregeling wordt ondergebracht.

Bovenop de verplicht gestelde basisregeling kan dan nog wel naar eigen vrijheid een excedent pensioenregeling worden getroffen.

Indien uw bedrijf niet onder een verplicht gesteld pensioenfonds valt, heeft u de mogelijkheid een eigen pensioenregeling voor uw medewerkers te treffen. In dat geval heeft u veel vrijheid waar en op welke manier de pensioenregeling wordt ondergebracht.

Voor beide situaties moet het pensioen voldoen aan veel wet- en regelgeving waar veel specifieke kennis en ervaring voor nodig is om deze bij te kunnen houden.

Als werkgever heeft u een spilfunctie in de pensioenregeling van uw werknemers die veel verantwoordelijkheden en risico’s met zich meebrengt.

Wij adviseren zowel werkgevers die verplicht zijn aangesloten bij een bedrijfstakpensioenfonds als werkgevers die de pensioenregeling vrijwillig kunnen onderbrengen of hebben ondergebracht.

Voor werkgevers bieden wij ondermeer de volgende diensten:

  • opzetten en wijzigen van pensioenregeling
  • second opinion pensioenregeling
  • harmonisatie- en compensatietrajecten
  • CAO/BPF werkingssfeeronderzoek
  • dispensatie van verplicht gestelde pensioenregeling
  • fusie/splitsing en pensioen
  • actuariële doorrekeningen van pensioen
  • pensioencommunicatie
  • beheer van pensioenregeling
  • (budgetneutrale) aanvullende pensioenregelingen
  • (budgetneutrale) generatiepact regelingen

Herziening pensioenstelsel

Gedurende een overgangsperiode van 2023 tot 2027 dient de transitie naar een nieuw pensioenstelsel afgerond te zijn. Binnen het huidige pensioenstelsel heeft ongeveer 70% van de werknemers als gevolg van de bestaande wetgeving een uitkeringsregeling op basis van middelloon.
In huidige pensioenstelsel verplicht de Pensioenwet de werkgever om de toekomstige pensioenuitkeringen (middelloon en eindloon) ieder dienstjaar rentedragend te financieren. Met de lage rekenrente (o.b.v. marktrente) van afgelopen jaren en dekkingsproblematiek worden de meeste pensioenen al jaren niet meer geïndexeerd.

In het nieuwe pensioenstelsel vervallen de uitkeringsregelingen en worden de pensioenen toegezegd op basis van premies. Pensioenuitvoerders hoeven hierbij geen rekening meer te houden met een rekenrente en dekkingsgraden.

Pensioenuitvoerders hebben de keuze uit de volgende type pensioenregelingen:

  1. Het nieuwe pensioencontract
  2. De verbeterde premieregeling

De verplichte doorsneepremie op grond van de wet BPF2000 wordt afgeschaft en komt een gelijkblijvende ofwel 'flatrate' premie voor in de plaats. In plaats van een rekenrente zal worden gerekend met een projectierendement om de beoogde uitkeringen te kunnen bereiken. De huidige toegezegde uitkering o.b.v. percentage x pensioengrondslag x aantal dienstjaren wordt in het nieuwe pensioenstelsel vervangen door de ambitie om deze te kunnen behalen, maar is zelf geen toezegging meer.

Onafhankelijk van leeftijd bouwt iedere werknemer hetzelfde pensioen op. Voor oudere werknemers zal dit tot een achteruitgang leiden.
Bij de keuze voor het nieuwe pensioencontract kunnen pensioenfondsen een collectieve solidariteitsreserve aanhouden. Vanuit een collectief opgebouwd vermogen kunnen dan de risico's binnen (toekomstige) generaties worden verdeeld.
Deze regeling zal waarschijnlijk het meest worden gekozen door pensioenfondsen om te voorkomen dat de verschillen tussen jong en oud te groot worden.

Bij de keuze voor de verbeterde premieregeling zullen de leeftijdsafhankelijke staffels vanaf 2027 verdwijnen. Werknemers mogen dan alleen tegen een gelijkblijvend premiepercentage pensioen opbouwen. De maximale premie bedraagt dan 30% en tijdelijk maximaal 33% om te kunnen compenseren.

Verder zijn er de volgende wijzigingen in het nieuwe pensioenstelsel:

  • Partner- en wezenpensioen:
    • Maximaal 50% resp. 20% van het pensioengevende salaris i.p.v. 70% resp. 14% van de pensioengrondslag.
    • Eenduidig partnerbegrip in de Pensioenwet i.p.v. verschillende partnerbegrippen bij pensioenuitvoerders.
    • Dekking partnerpensioen onafhankelijk van arbeidsverleden, wezenpensioen tot maximaal 25 jaar i.p.v. 30 jaar.
  • Uiterlijk op pensioendatum recht om 10% van het opgebouwde pensioen af te kopen. Deze keuze kan niet i.c.m. een hoog/laag uitkering.
  • Verbeteren van pensioensparen voor werknemers en ZZP'ers.
  • Wettelijke arbeidsongeschiktheidsverzekering voor ZZP'ers, deze zal ergens rond 8% bedragen met een maximaal verzekerd bedrag van € 30.000.